LSch109-⅛-livire-zel-1795-HNM-02921a_a.pngLSch109-⅛-livire-zel-1795-HNM-02921b_r.png
LSch109-⅛-livire-zel-1795-HNM-02921a_a.pngLSch109-⅛-livire-zel-1795-HNM-02921b_r.png

2½ Stuiver of ⅛ Livire 1795 - LSch.109 (106)


Voorzijde:

Gekroond wapen van Zeeland.
LUCTOR ET EMERGO

Keerzijde:

In vijf regels:  / LIVIRE / 17 IS 95 / 2½ · / STUIVER

Bijzonderheid:

Noodmunt tijdens de Franse bezetting in Zeeland geslagen.

Met het woord “livire” word het Franse woord “livre” bedoeld en betekent “pond” waarmee in de handel destijds nog gerekend werd. Het opschrift op de keerzijde zou eigenlijk moeten luiden …is 2½ SOLS want er gingen 20 Sols in een Frans pond terwijl een Franse Sol niet gelijk was aan een Zeeuwse Stuiver. Zie hierover ook Tijdschrift voor Munt- en Penningkunde 1896, blz. 233; “Iets over de geschiedenis der Zeeuwse assignaten”, door mej. M. de Man

Navigeer het tab menu voor meer informatie ↓

LSch:
109
Sch:
(106)
Jaartal:
1795
Materiaal:
Brons
Streefgewicht:
4 g
Diameter:
25 mm
Rand:
Kabelrand
Muntteken:
Geen
Muntmeesterteken:
Geen
Slagaantal:
n.b.
Zeldzaamheid:
R3
Collectie:
NNC

2½ Stuiver of ⅛ Livire
koper Ø 25 mm 4 g

Vz Gekroond wapen van Zeeland. Omschrift: LUCTOR ET EMERGO
Kz
In vijf regels: / LIVIRE / 17 IS 95 / 2½ · / STUIVER
Rd
kabelrand
Mmt
geen
Mt
geen

Noodmunt gedurende de Franse bezetting, uitsluitend in Zeeland geslagen.

Met het woord ‘Livire’ wordt het Franse woord ‘Livre’ bedoeld en betekent ‘pond’ waarmee in de handel toen nog gerekend werd. Volgens het Verv. op Van Loon deel X blz. 450 zou het opschrift eigenlijk moeten luiden ⅛ livre = 2½ sols, want in een Franse ‘Livre’ gingen 20 Sols, terwijl een Franse Sol echter niet gelijk was aan een Zeeuwse Stuiver. Zie hiervoor ook het artikel van Mej. M. de Man ‘Iets over de Geschiedenis der Zeeuwse assignaten’ in het Tijdschrift voor Munt- en Penningkunde 1896 blz. 233.