Staande ridder met zwaard en het gekroonde provinciale wapen aan een lint ♖MON : NOV : ARG : PRO : CONFŒD : BELG : COM : ZEL˙
Gekroond generaliteitswapen tussen het jaartal CONCORDIA RES PARVÆ CRESCUNT ˙
Hoog geplaatst jaartal.
Van 1792–1796 zijn in totaal 2.388.780 stuks geslagen.
LSch.63a (61d): Hoog geplaatst jaartal, geen punten na MON en CRESCUNT. R2
In veiling Jacques Schulman 263 (kavel 825) is een exemplaar voorgekomen zonder punt na CRESCUNT maar met MON:
Dit exemplaar is als LSch.63a var afgebeeld. R2
LSch.63b (-): Laag geplaatst jaartal, met punten na MON :. R1
LSch.63c (61b): Laag geplaatst jaartal, zonder punten na MON. R2
LSch.63d (61cc): Zonder lint aan pijlbundel op de keerzijde. R1
LSch.63e (61c): Zonder lint aan pijlbundel op de keerzijde en op voorzijde met foutief omschrift CONFŒ : D :. R2
LSch.63f (-): Punt na zwaard. R3
LSch.63g (-): Overslag over 1794. R1
LSch: | 63 |
Sch: | (61a) |
Jaartal: | 1795 |
Type: | Type IV |
Materiaal: | Zilver |
Gehalte: | 868/1000 |
Streefgewicht: | 28,078 g |
Diameter: | 41 mm |
Rand: | Kabelrand |
Muntteken: | ♖ |
Muntmeesterteken: | geen |
Slagaantal: | Van 1792–1796 zijn in totaal 2.388.780 stuks geslagen |
Zilveren Dukaat of Rijksdaalder met de staande man
zilver 868/1000 Ø 40 mm 24,371 / 28,078 g
Vz Staande ridder met zwaard en het gekroonde provinciale wapen aan een lint.
Kz Gekroond generaliteitswapen tussen het jaartal. Omschrift: CONCORDIA RES PARVÆ CRESCUNT
Rd kabelrand
Mmt geen, korenaar of adelaar
Mt geen, ster, burcht of stadsschild
De Zilveren Dukaat is voor het eerst geslagen in 1659 met een waarde van 50 stuiver en werd rijksdaalder met de staande man genoemd. Curieus is, dat de in de provincie Zeeland geslagen stukken – in tegenstelling tot die van de overige provincies – vanaf het rampjaar 1672 in omloop waren voor 52 stuiver, hoewel er niets aan het gewicht of het gehalte veranderde!
De Zilveren Dukaat 1806 is te Hoorn geslagen met geheel andere stempels door muntmeester Mr. W.D. Verschuer. De letters in de omschriften zijn groter en op de keerzijde boven de kroon doorlopend. Bovendien een roosje boven de kroon en een kleiner wapenschild. Deze munt is een proefslag, bedoeld als reclame van de muntmeester, om de opdracht voor de aanmunting te krijgen. Er is 1½ zak aangemaakt, ongeveer 200 stuks. Er bestaan nog verschillende stempels van deze munt o.a. de 6 bij DI of bij RD, de voet van de ridder bij Œ of bij de dubbele punt. De bovenpoot van het leeuwtje op de voorzijde wijst naar de hoek van het schild of naar de linker zijkant.
Type I:
Geslagen te Harderwijk voor Gelderland.
MO : ARG : PRO : CONF : BELG : D : GEL : & : C : Z ˙ mmt korenaar (van M.H. Lohse). Kz. ster boven de kroon en een punt tussen woorden omschrift
Type II:
Geslagen voor Holland, afgekort tot HOLL : ★ Op de keerzijde ·:· geen tekst boven kroon
Type III:
Geslagen voor West-Friesland. MO : NO : ARG : PRO : CONFŒ : BELG : WESTFRI : Op de keerzijde ·:· boven kroon.
Type IV:
Te Middelburg geslagen voor Zeeland. mmt ♖. MON : NOV : ARG : PRO : CONFŒD : BELG : COM : ZEL˙ Kz. ✶ ·:· ✶ boven kroon
Type V:
Geslagen voor Utrecht. MO : NO : ARG : PRO : CONFŒ : BELG : TRAI · Kz. mt stadsschild boven kroon
Type VI:
Geslagen voor Overijssel. MO : NO : ARG : CONFŒ : BELG : PRO : TRANSI : Kz mmt. adelaar boven kroon