Staande ridder met zwaard en voor zich een wapenschild van de provincie Utrecht. Omschrift: MO · NO · ARG · PRO : CON – FŒ · BELG · TRAJ – wapenschildje Utrecht. Met binnencirkel.
Gekroond Nederlands wapen tussen jaartal, mt. en mmt. Met binnencirkel. Omschrift: CONCORDIA · RES · PARVÆ · CRESCUNT : vierbladig rozet :
Serie Zeven Provinciën II: ridder met het wapenschild van Utrecht.
Zilveren dukaten zijn na de periode van Willem I geen wettig betaalmiddel meer maar zijn wel opgenomen in de muntwet. Daar worden ze omschreven als 'verzamelaarsmunt'.
LSch: |
1154 |
Jaartal: |
2001 |
Type: |
Type III A |
Materiaal: |
Zilver |
Gehalte: |
873/1000 |
Streefgewicht: |
28.25 g |
Diameter: |
40 mm |
Rand: |
kabelrand |
Muntteken: |
mercuriusstaf |
Muntmeesterteken: |
vruchtdragende wijnrank |
Slagaantal: |
9.000 |
Zilveren Dukaat, algemene omschrijving
Zilvergehalte 873/1000; netto/bruto gewicht 24.66 / 28.25 g.
Type I: Gelijkend op de zilveren dukaat uit 1816. mmt. pijl en boog (1989-1993)
Type II A: Serie Zeven Provinciën. mmt. pijl en boog (1994-1999)
Type II B: Serie Zeven Provinciën. mmt. pijl en boog met ster (2000)
Type III A: Serie Zeven Provinciën II. mmt. vruchtdragend wijnrank (2001)
Aangezien in dit Handboek de 'guldenperiode' is beschreven (1795-2001) zijn hier alleen de zilveren dukaten uit die periode opgenomen.