Ouder hoofd naar links. Omschrift: WLHELMINA KONINGIN DER NEDERLANDEN
Gekroond kleiner rijkswapen tussen waardeaanduiding 1 – G waaronder het jaartal tussen punten. Omschrift bovenlangs: MUNT VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN
De slagaantallen van de guldens 1928 en 1929 zijn niet correct. Van de gulden 1928 zijn vermoedelijk méér exemplaren geslagen en van 1929 minder. Het totale aantal klopt echter wel.
LSch.707a (-): afslag in nikkel van 8,85 g. en 8,92 g., Ø 28.02 mm. Collectie NNC. R4
LSch.707b (-): Proefslag met grotere stempels op een zilveren plaatje van 14.97 g. en Ø 31.17 mm. – zonder waardeaanduiding mmt. of mt. – gladde rand. Collectie NNC. R5
Deze varianten zijn als test gemaakt bij het onderzoek naar de wenselijkheid om over te stappen op nikkelen guldens i.p.v. zilveren exemplaren en om een eventueel kleiner en handzamer formaat rijksdaalders te ontwerpen. Zie het artikel van L.M.J. Boegheim: De Beeldenaar 1994-3 blz. 108-115
LSch: | 707 |
Sch: | 824 |
Jaartal: | 1929 |
Type: | Type IV A |
Materiaal: | Zilver |
Gehalte: | 720/1000 |
Streefgewicht: | 10 g |
Diameter: | 28 mm |
Rand: | ★ GOD ★ ZIJ ★ MET ★ ONS |
Muntteken: | mercuriusstaf |
Muntmeesterteken: | zeepaard |
Medailleur: | J.C. Wienecke |
Slagaantal: | 32.350.000 |
1 Gulden, algemene omschrijving
Zilvergehalte 945/1000; netto/bruto gewicht 9,45 / 10 g.
Type I: Jong hoofd met loshangend haar en parelsnoer naar links. Mmt. hellebaard.
Type II A: Kroningstype. Mmt. hellebaard
Type II B: Kroningstype als type II A maar in het randschrift ZIJ in plaats van ZY. Mmt. hellebaard
Type II C: Kroningstype als type II B maar op kz. zonder de waardeaanduiding onder het wapenschild. Mmt. hellebaard
Type II D: Kroningstype als type II C maar met mmt. hellebaard met ster
Type III: ‘Hermelijnen mantel’. Mmt. zeepaard. Een interessant artikel over het ontstaan van de beeldenaar met de Hermelijnen mantel kunt u lezen in het JMP 1987: Een vorstin in Hermelijn door Ir. F. Sevenhuijsen / Ir. J.A. Sevenhuijsen
Zilvergehalte 720/1000; netto/bruto gewicht 7,2 / 10 g.
Type IV A: ‘Ouder hoofd’. Mmt. zeepaard
Type IV B: ‘Ouder hoofd’ als type IV A maar met mmt. druiventros
Type IV C: ‘Ouder hoofd’ van iets gewijzigde tekening. De verdeling van het omschrift op de voorzijde is gewijzigd, waardoor de laatste N van NEDERLANDEN eindigt bij de hals. Op de keerzijde is het jaartal iets wijder uit elkaar en met P(hiladelphia) en eikel in plaats van het mmt. en mt. Geslagen in Amerika tijdens de bezetting (WW II), bestemd voor gebruik in Nederland.
Type IV D: ‘Ouder hoofd’ De voorzijde weer als type IV A. In het omschrift zijn de laatste twee letters van NEDERLANDEN weer onder de hals geplaatst. De keerzijde als type IV C met P en eikel in plaats van het mmt. en mt. maar het jaartal is dichter ineen geplaatst. Geslagen in Amerika tijdens de bezetting (WW II), bestemd voor gebruik in Nederland.
Type IV E: ‘Ouder hoofd’ De voorzijde weer als type IV C met mt. D (Denver) en palmboom in plaats van het mt. en mmt. Geslagen in Amerika tijdens de bezetting (WW II), bestemd voor gebruik in Nederlands Oost-Indië.