Drie gestileerde tulpen, waaronder een band met opschrift NEDERLAND.
Tussen twee losstaande twijgen waardeaanduiding 10 / CENTS / jaartal zonder punt.
Tijdens de bezetting WW II aangemunt waarbij de Duitsers alle herinneringen aan het Koninklijk Huis op de munten wilden laten verdwijnen.
LSch: | 821 |
Sch: | 1032 |
Jaartal: | 1942 |
Type: | Type V |
Materiaal: | Zink |
Streefgewicht: | 3.3 g |
Diameter: | 22 mm |
Rand: | kartelrand |
Muntteken: | mercuriusstaf |
Muntmeesterteken: | geen |
Medailleur: | naar ontwerp van Nico de Haas |
Slagaantal: | 95.600.000 |
10 Cent, algemene omschrijving
Zilvergehalte 640/1000; netto/bruto gewicht 0.896/1.400 g
Type I A: Hangend haar. Medailleur W.J. Schammer. Mt. mercuriusstaf, Mmt. hellebaard
Type I B: Hangend haar’ als type I A maar iets breder hoofd
Type II A: Kroningstype. Medailleur J.P.M. Menger. Mt. mercuriusstaf, Mmt. hellebaard
Type II B: Kroningstype. Medailleur J.C. Wienecke. Mt. mercuriusstaf, Mmt. hellebaard. Groter hoofd van gewijzigde tekening, het omschrift eindigt bij de hals. De keerzijde iets gewijzigd, smallere cijfers en letters
Type II C: ‘Kroningstype’ met kleiner hoofd. Het omschrift loopt door onder de hals. Geen punt na het jaartal. mmt. hellebaard
Type III A: ‘Hermelijnen mantel’. Medailleur J.C. Wienecke. Mt. mercuriusstaf, Mmt. zeepaard. Een interessant artikel over het ontstaan van de beeldenaar met de Hermelijnen mantel kunt u lezen in het JMP 1987: Een vorstin in Hermelijn door Ir. F. Sevenhuijsen / Ir. J.A. Sevenhuijsen
Type III B: ‘Hermelijnen Mantel’ als type III A maar met gewijzigde keerzijdestempel, smallere eikenkrans enz
Type IV A: ‘Ouder hoofd’ . Medailleur J.C. Wienecke. Mt. mercuriusstaf, Mmt. zeepaard
Type IV B: ‘Ouder hoofd’ als type IV A maar met Mmt. druiventros
Type IV C: ‘Ouder hoofd’ als type IV A met iets gewijzigde tekening. P(hiladelphia) en eikel in plaats van het mt. en mmt. Geslagen in Amerika tijdens de bezetting (WW II), bestemd voor gebruik in Nederland.
Type IV D: Ouder hoofd als type IV A van iets gewijzigde tekening. P(hiladelphia) en palmboom in plaats van het mt. en mmt. Geslagen in Amerika tijdens de bezetting (WW II), bestemd voor gebruik in Curaçao en Suriname.
Type IV E: Ouder hoofd als type IV A van iets gewijzigde tekening. S(an Francisco) en eikel in plaats van het mt. en mmt. Geslagen in Amerika tijdens de bezetting (WW II), bestemd voor gebruik in Nederland.
Type IV F: Ouder hoofd als type IV A van iets gewijzigde tekening. D(enver) en eikel in plaats van het mt. en mmt. Geslagen in Amerika tijdens de bezetting (WW II), bestemd voor gebruik in Nederland.
Type V: 10 Cent zink tijdens de Duitse bezetting 1940-1945 in Nederland geslagen. Mt. mercuriusstaf, zonder Mmt.
(Zie voor 10 cent zink 1941 met afbeelding Driekruinenboom onder de rubriek 10 cent Ontwerpen).
Type VI: 10 Cent nikkel. Ouder hoofd van gewijzigde tekening. Medailleur Prof. L.O. Wenkebach, Mt. mercuriusstaf, Mmt. vis. Nikkel 990/1000 Ø 15 mm 1,500 g
Let op:
In 1984 is in een oplage van 1200 stuks een uitgifte gedaan van een 'unieke herinneringsserie 1940-1945'. Dit betreft een setje van 5 'oorlogsmunten' in een plastic mapje. Deze penningen zijn vervaardigd van een nikkellegering. Het mt. mercuriusstaf ontbreekt omdat deze stukken niet bij de 's Rijks Munt zijn vervaardigd. Het zijn dus penningen. Ze worden echter af en toe als losse stukken aangeboden als proefslagen in nikkel hetgeen dus NIET waar is.
Tijdens de oorlog werden munten door 'huisvlijt' bewerkt om op die manier te protesteren tegen de bezetting.
Onderstaand een voorbeeld (OZO = Oranje Zal Overwinnen) en een exemplaar met J W B (Juliana Wilhelmina Bernhard)