Nieuw ouder hoofd naar links. Omschrift: WILHELMINA KONINGIN DER NEDERLANDEN ·
Gekroonde 10 tussen het jaartal, daaronder het woord CENT tussen het mmt. en mt.
De serie 1948 bestaande uit 25 en 10 cent nikkel, 5 en 1 cent brons is de enige uitgifte van munten met het portret van koningin Wilhelmina na de oorlog. Door de gevolgen van de oorlog zijn deze munten tot en met 1951, dus onder de regering van koningin Juliana, doorgeslagen. Exacte slagaantallen zijn niet bekend. In proof zijn 50 series geslagen van 25, 10, 5, 1 Cent 1948.
LSch.823a ( 1075a): Proefslag met onder het hoofd opwaarts het woord PROEF. 50 stuks. R3
LSch.823b ( 1075a): Piedfort afslag in zilver met voorzijde stempel van 1/10 gulden 1948 Curaçao (Zie LSch.823c).
Oplage ± 15 stuks. R3
LSch.823c (-): Voorzijde stempel van de 1/10 gulden 1948 Curaçao. De voorste parel van de diadeem komt hierbij tussen de N en de G van KONINGIN, de A en de K van WILHELMINA KONINGIN staan dichter bij elkaar, de hals van Wilhelmina is iets breder.
LSch.823d (1075a): Eenzijdige afslag van de keerzijde op 8-hoekig nikkelen plaatje ø 19,5 x 20,3 mm, 2.251 gr. Collectie NNC. R5
LSch: | 823 |
Sch: | 1075 |
Jaartal: | 1948 |
Type: | Type VI |
Materiaal: | Nikkel |
Streefgewicht: | 1.5 g |
Diameter: | 15 mm |
Rand: | kartelrand |
Muntteken: | mercuriusstaf |
Muntmeesterteken: | vis |
Medailleur: | Prof. L.O. Wenkebach |
Slagaantal: | 80.000.000 |
10 Cent, algemene omschrijving
Zilvergehalte 640/1000; netto/bruto gewicht 0.896/1.400 g
Type I A: Hangend haar. Medailleur W.J. Schammer. Mt. mercuriusstaf, Mmt. hellebaard
Type I B: Hangend haar’ als type I A maar iets breder hoofd
Type II A: Kroningstype. Medailleur J.P.M. Menger. Mt. mercuriusstaf, Mmt. hellebaard
Type II B: Kroningstype. Medailleur J.C. Wienecke. Mt. mercuriusstaf, Mmt. hellebaard. Groter hoofd van gewijzigde tekening, het omschrift eindigt bij de hals. De keerzijde iets gewijzigd, smallere cijfers en letters
Type II C: ‘Kroningstype’ met kleiner hoofd. Het omschrift loopt door onder de hals. Geen punt na het jaartal. mmt. hellebaard
Type III A: ‘Hermelijnen mantel’. Medailleur J.C. Wienecke. Mt. mercuriusstaf, Mmt. zeepaard. Een interessant artikel over het ontstaan van de beeldenaar met de Hermelijnen mantel kunt u lezen in het JMP 1987: Een vorstin in Hermelijn door Ir. F. Sevenhuijsen / Ir. J.A. Sevenhuijsen
Type III B: ‘Hermelijnen Mantel’ als type III A maar met gewijzigde keerzijdestempel, smallere eikenkrans enz
Type IV A: ‘Ouder hoofd’ . Medailleur J.C. Wienecke. Mt. mercuriusstaf, Mmt. zeepaard
Type IV B: ‘Ouder hoofd’ als type IV A maar met Mmt. druiventros
Type IV C: ‘Ouder hoofd’ als type IV A met iets gewijzigde tekening. P(hiladelphia) en eikel in plaats van het mt. en mmt. Geslagen in Amerika tijdens de bezetting (WW II), bestemd voor gebruik in Nederland.
Type IV D: Ouder hoofd als type IV A van iets gewijzigde tekening. P(hiladelphia) en palmboom in plaats van het mt. en mmt. Geslagen in Amerika tijdens de bezetting (WW II), bestemd voor gebruik in Curaçao en Suriname.
Type IV E: Ouder hoofd als type IV A van iets gewijzigde tekening. S(an Francisco) en eikel in plaats van het mt. en mmt. Geslagen in Amerika tijdens de bezetting (WW II), bestemd voor gebruik in Nederland.
Type IV F: Ouder hoofd als type IV A van iets gewijzigde tekening. D(enver) en eikel in plaats van het mt. en mmt. Geslagen in Amerika tijdens de bezetting (WW II), bestemd voor gebruik in Nederland.
Type V: 10 Cent zink tijdens de Duitse bezetting 1940-1945 in Nederland geslagen. Mt. mercuriusstaf, zonder Mmt.
(Zie voor 10 cent zink 1941 met afbeelding Driekruinenboom onder de rubriek 10 cent Ontwerpen).
Type VI: 10 Cent nikkel. Ouder hoofd van gewijzigde tekening. Medailleur Prof. L.O. Wenkebach, Mt. mercuriusstaf, Mmt. vis. Nikkel 990/1000 Ø 15 mm 1,500 g
Let op:
In 1984 is in een oplage van 1200 stuks een uitgifte gedaan van een 'unieke herinneringsserie 1940-1945'. Dit betreft een setje van 5 'oorlogsmunten' in een plastic mapje. Deze penningen zijn vervaardigd van een nikkellegering. Het mt. mercuriusstaf ontbreekt omdat deze stukken niet bij de 's Rijks Munt zijn vervaardigd. Het zijn dus penningen. Ze worden echter af en toe als losse stukken aangeboden als proefslagen in nikkel hetgeen dus NIET waar is.
Tijdens de oorlog werden munten door 'huisvlijt' bewerkt om op die manier te protesteren tegen de bezetting.
Onderstaand een voorbeeld (OZO = Oranje Zal Overwinnen) en een exemplaar met J W B (Juliana Wilhelmina Bernhard)