LSch.852-5 cent 1911 ontwerp-926ab-17 mm- PROEF-HNM-06053aLSch.852-5 cent 1911 ontwerp-926ab--17 mm- PROEF-LSch.852HNM-06053bLSch.852a- ct-1911 ontwerp ni 4,98 g Brand 205 zonder PROEF_a WHC_2767LSch.852a-5 ct-1911 ontwerp ni 4,98 g Brand 205-zonder PROEF_r WHC_2766LSch.852b-5 cent 1911 ontwerp-926 a a:c-3 rozetten-18 mm-HNM-06049aLSch.852b-5 cent 1911 ontwerp-3 rozetten-18 mm HNM-06049bLSch.852c-5 cent 1911 ontwerp- 926 a d-HNM-06048aLSch.852c-5 cent 1911 ontwerp- 926 a d-HNM-06048b
LSch.852-5 cent 1911 ontwerp-926ab-17 mm- PROEF-HNM-06053aLSch.852-5 cent 1911 ontwerp-926ab--17 mm- PROEF-LSch.852HNM-06053bLSch.852a- ct-1911 ontwerp ni 4,98 g Brand 205 zonder PROEF_a WHC_2767LSch.852a-5 ct-1911 ontwerp ni 4,98 g Brand 205-zonder PROEF_r WHC_2766LSch.852b-5 cent 1911 ontwerp-926 a a:c-3 rozetten-18 mm-HNM-06049aLSch.852b-5 cent 1911 ontwerp-3 rozetten-18 mm HNM-06049bLSch.852c-5 cent 1911 ontwerp- 926 a d-HNM-06048aLSch.852c-5 cent 1911 ontwerp- 926 a d-HNM-06048b

5 Cent ontwerp 1911 – LSch.852 (926ab)


Voorzijde:

Vruchtdragende oranjetak met omschrift KONNGRIJK DER NEDERLANDEN · met PROEF op de rand.

Keerzijde:

Waarde 5c binnen gelobde rand en jaartal 1911 in de hoeken.

Bijzonderheid:

Varianten:

LSch.852a (-): Zonder PROEF op de rand. Cupro-nikkel. Collectie Coenen.R5

LSch.852b (926a a/c): Drie rozetten onder gewijzigde oranjetak, op de hoeken een uitwaaierende arcering. Kz. Het jaartal gedeeld in twee cirkels links en rechts van de cirkel. Om de cirkel een uitwaaierende arcering. Cupro-nikkel ø 18 mm. Collectie NNC.R4

LSch.852c (926a c/d): Tweemaal de voorzijde in Cupro-nikkel. Collectie NNC.R4

Navigeer het tab menu voor meer informatie ↓

De ronde stuiver 1907-1909 werd uiteindelijk niet goed ontvangen. Het leek teveel op het zilveren kwartje en werd in de volksmond ook wel 'avondkwartje' genoemd. Cijfermatige onderbouwing ontbrak echter en daarom liet Hoitsema het probleem onderzoeken. Er werden echter geen echte problemen aangetroffen. Minister Kolkman besliste echter toch dat de ronde stuiver het veld moest ruimen. De eerste nieuwe ontwerpen van Wienecke borduurden in in eerste instantie toch nog voort op het oude ontwerp maar met een groter formaat muntplaatje (2 à 3 mm groter). Uiteindelijk werd toch gekozen voor een afwijkende vorm.

Zie ook het boek Johannes Cornelis Wienecke 1872-1945 waarin aandacht is geschonken aan het meerjarig ontwerpproces van deze nieuwe muntslag en het zeer uitgebreide artikel in JMP 1986 door ir. F. Sevenhuijsen