Willem I - 10 Cent 1825 - LSch.307

10 Cent 1825 – LSch.307 (305)

Voorzijde:

Gekroonde sierlijke W tussen het jaartal.

Keerzijde:

Gekroond Nederlands wapen tussen waardeaanduiding 10 – C.

Vorige Volgende

Navigeer het tab menu voor meer informatie ↓

Koning Willem I

Huismunten

LSch:	307
Sch:	(305)
Jaartal:	1825
Type:	Type I A
Materiaal:	Zilver
Gehalte:	568/1000
Streefgewicht:	1.74 g
Diameter:	17.91 mm
Rand:	Gladde rand
Muntteken:	mercuriusstaf
Muntmeesterteken:	fakkel
Slagaantal:	972.400

De benaming 'dubbeltje' komt omdat deze munt gelijk is aan een 2 stuiver ook wel dubbele stuiver genaamd.

Type I A:

mmt. fakkel, mt. mercuriusstaf. Te Utrecht geslagen.

Type I B:

mmt. palmtak, mt. B. Te Brussel geslagen.

Deze te Brussel vervaardigde exemplaren zijn vrijwel allemaal minder goed uitgemunt. Hierdoor lijken vooral de hoge reliëfdelen, zoals de kroonband op de voorzijde, de kop en de manen van de leeuw op de keerzijde, afgesleten.

Koning Willem I

10 Gulden of Gouden Tientje

5 gulden of gouden vijfje

Gouden Dukaat

Zilveren Dukaat

3 Gulden

2½ Gulden

1 Gulden

½ Gulden

25 Cent of Kwartje

10 Cent of Dubbeltje

5 Cent of Stuiver

1 Cent

½ Cent

Afscheiding België

Huismunten

Er zijn ook incusum exemplaren voorgekomen van de 10 Cent, waarvan sommige op een te dun plaatje. Afhankelijk van de zijde van de munt is het jaartal zichtbaar of de muntplaats. Ze kunnen dus zowel als type I A als type I B voorkomen. Incusum exemplaren zijn echter zeldzaam.

10 Cent 1825 – LSch.307 (305)

Voorzijde:

Keerzijde:

Navigeer het tab menu voor meer informatie ↓

Koning Willem I

10 Gulden of Gouden Tientje

5 gulden of gouden vijfje

Gouden Dukaat

Zilveren Dukaat

3 Gulden

2½ Gulden

1 Gulden

½ Gulden

25 Cent of Kwartje

10 Cent of Dubbeltje

10 Cent 1818 – LSch.304 (302)

10 Cent 1819 – LSch.305 (303)

10 Cent 1822 – LSch.306 (304)

10 Cent 1825 – LSch.307 (305)

10 Cent 1826 – LSch.308 (306)

10 Cent 1827 – LSch.309 (307)

10 Cent 1828 – LSch.310 (308)

10 Cent 1823 B – LSch.311 (309)

10 Cent 1825 B – LSch.312 (310)

10 Cent 1826 B – LSch.313 (311)

10 Cent 1827 B – LSch.314 (312)

10 Cent 1828 B – LSch.315 (313)

5 Cent of Stuiver

1 Cent

½ Cent

Afscheiding België

Huismunten

Koning Willem I

10 Gulden of Gouden Tientje

5 gulden of gouden vijfje

Gouden Dukaat

Zilveren Dukaat

3 Gulden

2½ Gulden

1 Gulden

½ Gulden

25 Cent of Kwartje

10 Cent of Dubbeltje

10 Cent 1818 – LSch.304 (302)

10 Cent 1819 – LSch.305 (303)

10 Cent 1822 – LSch.306 (304)

10 Cent 1825 – LSch.307 (305)

10 Cent 1826 – LSch.308 (306)

10 Cent 1827 – LSch.309 (307)

10 Cent 1828 – LSch.310 (308)

10 Cent 1823 B – LSch.311 (309)

10 Cent 1825 B – LSch.312 (310)

10 Cent 1826 B – LSch.313 (311)

10 Cent 1827 B – LSch.314 (312)

10 Cent 1828 B – LSch.315 (313)

5 Cent of Stuiver

1 Cent

½ Cent

Afscheiding België

Huismunten

De benaming 'dubbeltje' komt omdat deze munt gelijk is aan een 2 stuiver ook wel dubbele stuiver genaamd.

Type I A:

Type I B:

Koning Willem I

10 Gulden of Gouden Tientje

5 gulden of gouden vijfje

Gouden Dukaat

Zilveren Dukaat

3 Gulden

2½ Gulden

1 Gulden

½ Gulden

25 Cent of Kwartje

10 Cent of Dubbeltje

10 Cent 1818 – LSch.304 (302)

10 Cent 1819 – LSch.305 (303)

10 Cent 1822 – LSch.306 (304)

10 Cent 1825 – LSch.307 (305)

10 Cent 1826 – LSch.308 (306)

10 Cent 1827 – LSch.309 (307)