2½ Gld 1841 Uhlhorn – LSch.384 (517a)


Voorzijde:

Hoofd naar links, op de halsafsnede inwaarts de naam van graveur VAN DER KELLEN F voluit. Omschrift: WILLEM II KONINGDER NED . G .H .V .L .

Keerzijde:

Achtregelige tekst in een lauwerkrans met rozet: PROEFSTUK / GESLAGEN OP EENE MUNTPERS / VERVAARDIGD DOOR / D. UHLHORN TE GREVENBROICH / IN HET BIJZIJN VAN DEN MUNTMEESTER / DER KON. NEDERL. MUNT / TE UTRECHT / JULIJ 1841.

Bijzonderheid:

Met dezelfde voorzijdestempel en hetzelfde randschrift als de Rijksdaalder 1841 en 1842 zijn proefstukken geslagen als voorbeeld voor een nieuwe stempelmachine.

Varianten:

LSch.384a (517b): Proefslag in brons. R3
LSch.384b (517c): Proefslag in brons zonder randschrift. R3

Vorige Volgende
Navigeer het tab menu voor meer informatie ↓

2½ Gulden of Rijksdaalder, algemene omschrijving
Zilvergehalte: netto/bruto gewicht 23.625 / 25.000 g

Type I: mmt. lelie. Hoofd met het oor te laag geplaatst en op de halsafsnede de naam van de graveur VAN DER KELLEN F voluit.

De stempels van deze Rijksdaalder werden afgekeurd omdat het oor veel te laag geplaatst was. Men noemde ze daarom ook wel ‘Rijksdaalder met het oor’. Van der Kellen heeft de stempels vervaardigd naar een profiel, geboetseerd door de bekende beeldhouwer Prof. L. Royer, directeur beeldhouwkunst aan de Academie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam.

Type II A: mmt. lelie. Hoofd van gewijzigde tekening, het oor hoger geplaatst, de hals langer. De naam op de afsnede afgekort tot VDK.

Type II B: mmt. lelie met parel op de band.

Type III A: mmt. lelie. Hoofd van wederom gewijzigde tekening met kleine veranderingen in het haar en met de hals korter.

Type III B: mmt. zwaard.

Lees hier het artikel uit de Muntkoerier 1990-8: De proefslag van de rijksdaalder van 1841 anders bezien, door J.J. v.d. Meulen

De juiste slagaantallen van deze rijksdaalders en van de guldens is moeilijk vast te stellen, daar de muntverslagen per kalenderjaar lopen zonder rekening te houden met het op de munt zelf vermelde jaartal. Voor de herberekening van de aantallen is tevens gebruik gemaakt van de studie van dhr. J. Evers, prijslijst N.M.B. jan. 1983.