Hoofd naar rechts, waaronder de naam van de graveur I. P. S. Omschrift: WILLEM III KONING DER NED. G.H.V.L.
Waardeaanduiding als 10 CENTS en jaartal binnen twee samengebonden eikentakken.
Muntmeesterteken zwaard zonder klaverbladvormig uiteinde. (Lees hierover meer op het tabblad Achtergrondinformatie)
LSch: | 532 |
Sch: | (652) |
Jaartal: | 1874 |
Type: | Type I A |
Materiaal: | Zilver |
Gehalte: | 640/1000 |
Streefgewicht: | 1.4 g |
Diameter: | 15 mm |
Rand: | kartelrand |
Muntteken: | mercuriusstaf |
Muntmeesterteken: | zwaard |
Medailleur: | J.P. Schouberg |
Slagaantal: | 1.974 I en 1974 II samen 1.000.000 |
Zeldzaamheid: | R3 |
10 Cent, algemene omschrijving
Zilvergehalte 640/1000; netto/bruto gewicht 0,896 / 1,4 g
mmt. zwaard
mmt. zwaard met klaverbladvormig benedeneinde
mmt. bijl
mmt. bijl met ster
mmt. hellebaard
In 1874 zijn pas in november en december de dubbeltjes geslagen (in totaal 1.000.000). Deze muntslag heeft dus plaats gevonden toen muntmeester Van den Wall Bake al was overleden (4 juli 1874). P.H. Taddel was als waarnemend muntmeester aangesteld en voerde tijdelijk het muntmeesterteken zwaard met klavervormig uiteinde. De eerste partij van de 10 cent 1874 dragen echter nog het mmt zwaard. Men zal dus in eerste instantie een reeds bestaande keerzijdestempel hebben gebruikt. Pas tijdens het produktieproces in 1974 is er gebruik gemaakt van een nieuw keerzijde stempel met het juiste mmt zwaard met klavervormig uiteinde. Van deze laatste versie zijn aanzienlijk meer stuks geslagen.
Zie het van artikel J.G. Stuurman: 'Staat der in 1874 in 's Rijks Munt geslagen negotiepenningen, standpenningen en zilveren pasmunt voor Nederland inzake slagaantal'. De Beeldenaar 1999-2/p.68