10 Cent 1874 II – LSch.533 (653)


Voorzijde:

Hoofd naar rechts, waaronder de naam van de graveur I. P. S. Omschrift: WILLEM III KONING DER NED. G.H.V.L.

Keerzijde:

Waardeaanduiding als 10 CENTS en jaartal binnen twee samengebonden eikentakken.

Bijzonderheid:

Muntmeesterteken zwaard met klaverbladvormig uiteinde. (Lees hierover meer op het tabblad Achtergrondinformatie)

Vorige Volgende
Navigeer het tab menu voor meer informatie ↓

LSch:
533
Sch:
(653)
Jaartal:
1874 (2e helft)
Type:
Type I B
Materiaal:
Zilver
Gehalte:
640/1000
Streefgewicht:
1.4 g
Diameter:
15 mm
Rand:
kartelrand
Muntteken:
mercuriusstaf
Muntmeesterteken:
zwaard
Medailleur:
J.P. Schouberg
Slagaantal:
1.974 I en 1974 II samen 1.000.000
Zeldzaamheid:
S

10 Cent, algemene omschrijving
Zilvergehalte 640/1000; netto/bruto gewicht 0,896 / 1,4 g

Type I A:

mmt. zwaard

Type I B:

mmt. zwaard met klaverbladvormig benedeneinde

Type I C:

mmt. bijl

Type I D:

mmt. bijl met ster

Type I E:

mmt. hellebaard

In 1874 zijn pas in november en december de dubbeltjes geslagen (in totaal 1.000.000). Deze muntslag heeft dus plaats gevonden toen muntmeester Van den Wall Bake al was overleden (4 juli 1874). P.H. Taddel was als waarnemend muntmeester aangesteld en voerde tijdelijk het muntmeesterteken zwaard met klavervormig uiteinde. De eerste partij van de 10 cent 1874 dragen echter nog het mmt zwaard. Men zal dus in eerste instantie een reeds bestaande keerzijdestempel hebben gebruikt. Pas tijdens het produktieproces in 1974 is er gebruik gemaakt van een nieuw keerzijde stempel met het juiste mmt zwaard met klavervormig uiteinde. Van deze laatste versie zijn aanzienlijk meer stuks geslagen.

Zie het van artikel J.G. Stuurman: 'Staat der in 1874 in 's Rijks Munt geslagen negotiepenningen, standpenningen en zilveren pasmunt voor Nederland inzake slagaantal'. De Beeldenaar 1999-2/p.68