LSch.435-10-Gld-1880-DNB-01331a.pngLSch.435-10-Gld-1880-DNB-01331b.png
LSch.435-10-Gld-1880-DNB-01331a.pngLSch.435-10-Gld-1880-DNB-01331b.png

10 Gld 1880 – LSch.435 (553)


Voorzijde:

Hoofd naar rechts, op de halsafsnede de naam van graveur I.P.M.M. inwaarts. Omschrift: ★ GOD ZIJ MET ONS ★ / KONING WILLEM DE DERDE

Keerzijde:

Gekroond Nederlands wapen tussen waardeaanduiding 10G. Omschrift: KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.

Navigeer het tab menu voor meer informatie ↓

LSch:
435
Sch:
(553)
Jaartal:
1880
Type:
Type II A
Materiaal:
Goud
Gehalte:
900/1000
Streefgewicht:
6.72 gr
Diameter:
22.5 mm
Rand:
Kartelrand
Muntteken:
mercuriusstaf
Muntmeesterteken:
bijl
Medailleur:
I.P.M. Menger vz. & J. Ph. Van der Kellen kz.
Slagaantal:
50.100
Zeldzaamheid:
S

10 Gulden, algemene omschrijving
Goudgehalte 900/1000; netto/bruto gewicht 6.048/6.72 g

Voorzijde:

Hoofd naar rechts, op de halsafsnede de naam van graveur I.P.M.M. inwaarts. Omschrift: ★ GOD ZIJ MET ONS ★ / KONING WILLEM DE DERDE

Keerzijde:

Gekroond Nederlands wapen tussen waardeaanduiding 10G. Omschrift: KONINGRIJK DER NEDERLANDEN

Type I:

mmt. bijl. Op de keerzijde staat het jaartal boven de kroon en loopt de tekst onderlangs. Deze komen voor in rood of geel goud al naar gelang zij gelegeerd zijn met rood of geel koper.

Type II A:

mmt. bijl. Op de keerzijde staat het jaartal onder het wapenschild en loopt de tekst bovenlangs. Deze verandering vond plaats omdat er klachten kwamen dat de Gouden Tientjes van 1875 zich niet goed lieten stapelen en de letters niet juist geplaatst waren.

Type II B:

mmt. hellebaard

Ingevoerd bij de Wet van 6 juni 1875, Staatsblad nr. 117. Gesneden naar het ontwerp van de beeldhouwer J.A. van der Ven naar een portret van de fotograaf M. Bosse uit Deventer. De keerzijde is het werk van J.Ph. van der Kellen.

De muntreeks werd toen uitgebreid met een tienguldenstuk, waarvoor men al in 1873 begonnen is met het ontwerpen van een nieuw muntportret van Willem III omdat men vond dat het portret op de zilveren munten onvoldoende gelijkenis vertoonde.

Het hoofd naar rechts is eigenlijk een fout, daar volgens gewoonte de beeldenaar naar de tegenovergestelde kant moet zijn als die van de vorige vorst, met dien verstande, dat de beeldenaren op de gouden en op de zilveren munten van eenzelfde vorst niet naar dezelfde kant zien. Op deze Gouden Tientjes had de beeldenaar dus naar links moeten staan. Deze fout is later bij de Gouden Tientjes van Koningin Wilhelmina hersteld.

Deze 10 gulden is ook de eerste munt waarbij in het omschrift de tot nu toe gebruikte Y gewijzigd is in IJ.

De gouden tientjes ten tijde van Willem III zijn niet in elk jaar geslagen. Dit kwam omdat er òf geen opdrachten waren òf omdat de goudprijs te hoog was om zonder verlies gouden tientjes te slaan. In 1878 was bijvoorbeeld de gemiddelde prijs van 1 kg fijn goud uitgedrukt in Nederlands geld ƒ 1.649,70. Daar kwam bij ¼ % kosten voor verzending, verzekering en verpakking. Voor het slaan van de munten kwam hier ook nog ƒ 5,55 muntloon bij. Daarmee kwam de prijs inclusief alle kosten op ƒ 1.659,35. Men kon echter uit 1 kg fijn goud slechts voor een waarde van ƒ 1.653,44 aan gouden tientjes halen zodat dit tot een verlies zou leiden.