2½ Gld 1861 – LSch.467 (587)


Voorzijde:

Hoofd naar rechts, waaronder de naam van de graveur I.P. SCHOUBERG. F. Omschrift: WILLEM III KONING DER NED. G.H.V.L.

Keerzijde:

Gekroond Nederlands wapen tussen waardeaanduiding G, het jaartal tussen twee punten. Omschrift: MUNT VAN HET KONINGRYK DER NEDERLANDEN.

Varianten:

LSch.467a (-): Zonder punt na I van I P. SCHOUBERG. Deze variant wordt al jaren vermeld in de munt-almanak van het NVMH maar is door mij nog nooit getraceerd. De vraag is of het hier om een vervuiling van de stempel gaat of dat het een echte stempelvariant betreft. Indien stempelvariant: R2

LSch.467b (-): zonder punt tussen P en S van I. P SCHOUBERG. Deze variant wordt al jaren vermeld in de munt-almanak van het NVMH maar is door mij nog nooit getraceerd. De vraag is of het hier om een vervuiling van de stempel gaat of dat het een echte stempelvariant betreft. Indien stempelvariant: R2

LSch.467c (-): Met kleine punt op de grote punt ter weerszijden van het jaartal. R4

Vorige Volgende
Navigeer het tab menu voor meer informatie ↓

LSch:
467
Sch:
(587)
Jaartal:
1861
Type:
I A
Materiaal:
Zilver
Gehalte:
945/1000
Streefgewicht:
25 g
Diameter:
38 mm
Rand:
★ GOD ★ ZY ★ MET ★ ONS ·
Muntteken:
mercuriusstaf
Muntmeesterteken:
zwaard
Medailleur:
J.P. Schouberg
Slagaantal:
876.003
Zeldzaamheid:
S

2½ Gulden, algemene omschrijving
Zilvergehalte 945/1000; netto/bruto gewicht 23.625/25 g

Type A:

mmt. zwaard

Type B:

mmt. zwaard met klaverbladvormig benedeneinde

Type C:

mmt. bijl

De stempels zijn gesneden volgens het model van de beeldhouwer J. A. van der Ven naar een portret door N. Pieneman.

In het algemeen verslag van het Munt college over 1896 staat een opgave van de rijksdaalders die ter onderzoek zijn aangeboden en de daarbij vals verklaarde exemplaren met een hoog zilvergehalte. Interessant is dat daar ook een rijksdaalder wordt vermeld van 1846 met afbeelding van Willem III !. Veel van de valse exemplaren komen uit Nederlands Indië.

Algemeen verslag Muntcollege 1896.jpg

Algemeen verslag Muntcollege 1896, Pag 31 2½ Gulden.jpg