Jong hoofd naar rechts, op de halsafsnede inwaarts de naam van graveur MICHAUT onder het borstbeeld zijn graveursteken: Romeinse lamp en anker. Omschrift: WILLEM KONING – DER NED . G . H .V . L .
Gekroond Nederlands wapen tussen waardeaanduiding 1 – G, het jaartal boven de kroon tussen twee punten. Onder het wapen nogmaals de waarde als 100 C · Omschrift: MUNT VAN HET KONINGRYK DER NEDERLANDEN
De diameter verkleind tot 30 mm
LSch.267a (259a): De 9 van het jaartal opnieuw in de stempel geslagen over een foutief te hoog geplaatste 9. Dit is dus geen misslag of dubbelslag. R2.
LSch.267b (259a): Met lagere 9. R2.
LSch.267c (273): Afslag in brons met normale 9. R3.
LSch.267d (273): Afslag in brons met hoger geplaatste 9. Collectie Coenen. R3.
LSch: | 267 |
Sch: | (259) |
Jaartal: | 1819 |
Type: | Type I A |
Materiaal: | Zilver |
Gehalte: | 893/1000 |
Streefgewicht: | 10.766 g |
Diameter: | 30 mm |
Rand: | ★ GOD ★ ZY ★ MET ★ ONS · |
Muntteken: | mercuriusstaf |
Muntmeesterteken: | fakkel |
Medailleur: | A. Michaut |
Slagaantal: | 252.202 |
Zeldzaamheid: | S |
mmt. fakkel, mt. mercuriusstaf. Te Utrecht geslagen.
mmt. palmtak, mt. B. Te Brussel geslagen
mmt. lelie, mt. mercuriusstaf. Te Utrecht geslagen.
Ouder hoofd naar rechts, de naam van de graveur I. P. SCHOUBERG F. opwaarts op de halsafsnede.
Volgens de Wet van 22 maart 1839, Staatsblad no. 6. De diameter is verkleind tot 28 mm terwijl tevens het gehalte is verhoogd. In vergelijking met type I is de leeuw in het wapenschild lager geplaatst, omdat zijn kroon de rand niet mocht raken.