LSch.204-av-10-gld-1840-HNM-05060b.pngLSch.204-av-10-gld-1840-HNM-05060a.pngLSch.204a-av 10 gld U 1840 CKA0002_r copy.jpgLSch.204b 10-Gld-1840 Soumanep-BM-11621a.jpgLSch.204e-HNM-05057a.jpgLSch.204e HNM-05057b.jpgLSch.204f HNM-05062a.jpgLSch.204f HNM-05062b.jpg
LSch.204-av-10-gld-1840-HNM-05060b.pngLSch.204-av-10-gld-1840-HNM-05060a.pngLSch.204a-av 10 gld U 1840 CKA0002_r copy.jpgLSch.204b 10-Gld-1840 Soumanep-BM-11621a.jpgLSch.204e-HNM-05057a.jpgLSch.204e HNM-05057b.jpgLSch.204f HNM-05062a.jpgLSch.204f HNM-05062b.jpg

10 Gld 1840 – LSch.204 (189)


Voorzijde:

Jong hoofd naar links, op de halsafsnede inwaarts de naam van de graveur MICHAUT en onder het borstbeeld zijn graveursteken Romeinse lamp en anker. Omschrift: WILLEM KONINGDER NED. G . H . V . L .

Keerzijde:

Gekroond Nederlands wapen tussen waardeaanduiding 10G het jaartal boven de kroon tussen punten. Omschrift: MUNT VAN HET KONINGRYK DER NEDERLANDEN

Varianten:

LSch.204a (-): Met positie-streepje onder de 4 van het jaartal.
LSch.204b (189a): Met klop Soumanep in Arabisch schrift. Collectie NNC, Coenen. R4
LSch.204c (-): Over 1840 met kopstaande 4. Niet te verwarren met 10 gld 1840 met positiestreepje. R4
LSch.204d (-): Over 1837?. R4
LSch.204e (-): Eenzijdige afslag in lood van de voorzijde. Collectie NNC. R4
LSch.204f (-): Eenzijdige loden afslag van de keerzijde. Gewicht 7,854 g.Collectie NNC.R4

Navigeer het tab menu voor meer informatie ↓

LSch:
204
Sch:
(189)
Jaartal:
1840
Type:
Type I B
Materiaal:
Goud
Gehalte:
900/1000
Streefgewicht:
6,729 g
Diameter:
22,5 mm
Rand:
★ GOD ★ ZY ★ MET ★ ONS ·
Muntteken:
Mercuriusstaf
Muntmeesterteken:
Lelie
Medailleur:
A. Michaut
Slagaantal:
2.760.350

10 Gulden, algemene omschrijving
Goudgehalte 900/1000; netto/bruto gewicht 6,0561 / 6,729 g;  Ø 22,5mm

Voorzijde:

Jong hoofd naar links, op de halsafsnede inwaarts de naam van de graveur MICHAUT en onder het borstbeeld zijn graveursteken  Romeinse lamp en anker. Omschrift: WILLEM KONINGDER NED(erlanden) . G(root) . H(ertog) . V(an) . L(Luxemburg) .

Over de gelijkenis van dit portret zijn vele aanmerkingen gemaakt en men was destijds dan ook niet zo tevreden over het werk van A. Michaut. In 1820 werden proeven genomen met verbeterde stempels, welke vermoedelijk vervaardigd zijn door de stempelsnijder P. van de Goor. Pas in 1822 vindt reguliere muntslag met de nieuwe stempels plaats.

Keerzijde:

Gekroond Nederlands wapen tussen waardeaanduiding 10G het jaartal boven de kroon tussen punten. Omschrift: MUNT VAN HET KONINGRYK DER NEDERLANDEN

Randschrift:

Van oorsprong bestond de waarde van munten uit de intrinsieke waarde van het metaal. Dit gaf het probleem van het ‘snoeien van geld’. Hierbij verminderde men de waarde van gouden en zilveren munten door er een klein stukje van af te halen. Het schraapsel werd vervolgens omgesmolten en doorverkocht. Om het snoeien van de munten tegen te gaan werd aanvankelijk een kabel- of bloemrand ingevoerd. Hiermee was sneller te zien of een munt was ‘gesnoeid’. Het randschrift heeft dezelfde functie. `
Vanwege de kleine afmetingen van het toenmalige tientje en de halve gulden werd in 1816 gekozen voor een korte tekst ‘God zij met ons’, die als eerste geopperd werd door de prominente wis- en natuurkundige Jan Hendrik van Swinden. Minister Six vond de spreuk prachtig en sprak tegenover de koning van “…eene heilbede die elk rechtgeaard ingezetene des Ryks, en voor het Land, en voor den persoon van Uwe Majesteit hartgrondig uitboezemt.”

Het randschrift ★ GOD ★ ZY ★ MET ★ ONS · werd geslagen in de ring en bestond uit de verschillende losse blokken ★ GOD, ★ ZY, ★ MET, en ★ ONS · waardoor er verschillen zijn te vinden in de afstand hiervan door het slippen van het randblok. Ik zie dan ook de afstandsverschillen in dit randschrift niet als varianten. De dikte van de munt liet ook weinig ruimte voor dit randschrift waardoor de letters vaak tegen de rand geplaatst zijn. Dit wordt door een leek soms ten onrechte gezien als randbeschadiging.

Gezien de problemen met dit randschrift is het 5 Gulden stuk dan ook uiteindelijk met een kartelrand uitgevoerd.

Dit 10 Guldenstuk 1840 met portret van Willem I is nog tijdens Willem II tot in 1842 doorgeslagen.

Type I A:

mmt: fakkel
mt: mercuriusstaf
Te Utrecht geslagen

Type I B:

mmt: lelie
mt: mercuriusstaf
Te Utrecht geslagen

Type I C:

mmt: palmtak
mt: B
Te Brussel geslagen

Bij deze jaartalwijziging zou het muntmeesterteken lelie veranderd moeten zijn uit het oude teken fakkel. Deze 'overslag' moet men niet verwarren met de 10 gulden 1840 met positiestreepje onder de 4 van het jaartal waarbij dus ook geen verandering van het muntmeesterteken zichtbaar is. Aan de onderzijde van het muntmeesterteken lelie is een korrel te zien die door sommigen aangezien wordt als een restant van het oude mmt. fakkel. Meestal wordt dan ook de jaartalwijziging 1840/37 verondersteld. Dit is niet geheel uitgesloten, maar van de 37 is niet echt iets te zien. Het blijft dus een jaarwijziging, die met een zekere terughoudendheid bekeken moet worden.

LSch.204c-10-gulden-1840:37-lelie copy.png

LSch.204c-10-gld-1840-positiestreepje-r.png