LSch.829-5 cent-1908_aLSch.829-5 cent 1908_rLSch.829a-5 cent 1808 AE-DNB-01735aLSch.829a-5 cent 1808 AE-DNB-01735bLSch.829b-5 ct 1908 pb 4,33 g_a WHC_2701LSch.829b-5 ct 1908 pb 4,33 g_r WHC_2702
LSch.829-5 cent-1908_aLSch.829-5 cent 1908_rLSch.829a-5 cent 1808 AE-DNB-01735aLSch.829a-5 cent 1808 AE-DNB-01735bLSch.829b-5 ct 1908 pb 4,33 g_a WHC_2701LSch.829b-5 ct 1908 pb 4,33 g_r WHC_2702

5 Cent 1908 – LSch.829 (913)


Voorzijde:

Koninklijke kroon tussen twee eikentakken. Banderol met NEDERLAND, daaronder het jaartal

Keerzijde:

Binnen een krans van twee samengebonden oranjetakken de waardeaanduiding 5 / CENTS

Bijzonderheid:

Ingevoerd bij de Wet van 31 december 1906, Stbl. 376.

Dit zijn dus geen nikkelen maar cupro–nikkelen munten: zij bevatten 25% nikkel en 75% koper en zijn niet magnetisch.

Variant:

LSch.829a (-): Proefslag in brons. CollectieNNC. R4

LSch.829b (-): Proefslag in lood 4,33 g. CollectieCoenen. R4

Navigeer het tab menu voor meer informatie ↓

LSch:
829
Sch:
913
Jaartal:
1908
Type:
Type I
Materiaal:
cupro-nikkel
Streefgewicht:
4.5 g
Diameter:
18 mm
Rand:
gladde hoog opstaande slijtrand
Muntteken:
geen
Muntmeesterteken:
geen
Medailleur:
J.C. Wienecke
Slagaantal:
5.430.000

Het ronde stuivertje 1907, 1908 en 1909 heeft geen lang leven gehad. De problemen begonnen in eerste instantie al bij de productie doordat men weinig ervaring had met het slaan van nikkelen / cupro-nikkelen munten.

Na de uiteindelijke uitgifte waren deze stuivers ook niet geliefd bij het publiek omdat deze regelmatig verwisseld werden met een kwartje. Zeker ook omdat de buitenverlichting in die tijd te wensen overliet. Dit stuivertje kreeg dan ook de bijnaam 'avondkwartje'.

Daarbij kwam nog de bijkomstigheid dat het materiaal zorgde voor zwarte vingers. Dit verdween wel bij het gebruik maar de ambtenaren die de nieuwe aangeleverde zakken moesten verwerken waren er niet blij mee....

Deze ronde stuiver was inwisselbaar tot 1 juli 1916.