LSch.255-NM-08796a.pngLSch.255-NM-08796b.pngLSch.255b-HNM-05144a.jpgLSch.255b-HNM-05144b.jpgLSch.255c-HNM-05140a.jpgLSch.255c-HNM-05140b.jpg
LSch.255-NM-08796a.pngLSch.255-NM-08796b.pngLSch.255b-HNM-05144a.jpgLSch.255b-HNM-05144b.jpgLSch.255c-HNM-05140a.jpgLSch.255c-HNM-05140b.jpg

3 Gld 1820 – LSch.255 (242)


Voorzijde:

Hoofd naar rechts, op de halsafsnede inwaarts de naam van graveur MICHAUT daaronder zijn graveursteken: Romeinse lamp en anker. Omschrift: WILLEM KONING – DER NED . G . H . V . L .

Keerzijde:

Gekroond Nederlands wapen tussen waardeaanduiding 3 – G het jaartal boven de kroon tussen punten. Omschrift: MUNT VAN HET KONINGRYK DER NEDERLANDEN

Varianten:

LSch.255a (242b en 348): Medailleslag: stempelstand ↑↑. R3.

LSch.255b (242c): Proefslag in zilver met fijne kabelrand.
Deze proefslagen zijn vervaardigd met gewone stempels op plaatjes voorzien van een fijne kabelrand. Deze rand is vergelijkbaar met die van de zilveren dukaten 1816. Hierbij werd gebruik gemaakt van losse muntpersen (dus niet in de ring) als test voor de nieuwe munten van Nederlands Indië. Zie De Beeldenaar 1995-4. Collectie NNC. R5.

LSch.255c (253): Afslag in koper van 28,4 g. Met randschrift.
Geslagen op 30 mei 1822 te Brussel als test voor de eerste grote muntschroefpers. De Utrechtse munt- en muntmeestertekens zijn gedeeltelijk weggeslepen. Collectie NNC. R5.

Navigeer het tab menu voor meer informatie ↓

Achtergrond informatie

Type I:

mmt: helmteken, mt. mercuriusstaf. Te Utrecht geslagen

Type II A:

mmt. fakkel, mt. mercuriusstaf. Te Utrecht geslagen. Groter hoofd van gewijzigde tekening en grote, brede letters in om- en randschrift

Type II B:

mmt. palmtak, mt. B. Te Brussel geslagen

Randschrift

Het randschrift ★ GOD ★ ZY ★ MET ★ ONS · werd geslagen in de ring en bestond uit de verschillende losse blokken ★ GOD, ★ ZY, ★ MET, en ★ ONS · waardoor er verschillen zijn te vinden in de afstand hiervan door het slippen van het randblok. Ik zie dan ook de afstandsverschillen in dit randschrift niet als varianten. De nummers van mijn vader Sch.240a (3 Gulden 1818), Sch.241b (3 Gulden 1819), Sch.242a (3 Gulden 1820), Sch.246b (3 Gulden 1824) zijn daarom niet opgenomen in deze database.

Het randschrift van de drie gulden werd in blokken aangebracht. Bij de 3-gulden is vaak duidelijk de klemplaatsen van deze blokken te zien. Dit is dus geen beschadiging van de munt maar een onderdeel van de munstslag.