1592. Middelburg. Afwijzing van de vredesonderhandelingen

Dugn. 3301; vL. I 428/421.2 Pax 30; Saunders 1592-5

De Duitse keizer stuurde Baron van Reydt als ambassadeur met een gevolg van tien à twaalf ridders naar Den Haag om aan de Staten Generaal op 27 maart een brief van de keizer te overhandigen in een poging om Nederland te verzoenen met de koning van Spanje, zodat deze schadelijke oorlog zou ophouden en er vrede werd gesloten tussen de twee strijdende partijen.

De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden wantrouwden de aanbiedingen van de koning van Spanje echter en bedankte de Keizer voor zijn goede wil, maar weigerden de onderhandelingen aan te gaan omdat ze ervan overtuigd waren dat de aanbiedingen van de koning van Spanje niet serieus waren omdat hij vaak had verkondigd dat je je woord niet hoeft te houden tegenover ‘ketters en ongehoorzame onderdanen’.

Uit toewijding en dank aan de keizer schonken ze Baron van Reydt een gouden ketting ter waarde van 1800 gulden en machtigden ze de penningmeester om alle kosten te betalen die de Baron voor zijn reis had gemaakt.

The German Emperor sent Baron van Reydt as ambassador with a retinue of ten to twelve knights to The Hague to hand over a letter from the Emperor to the States General on March 27 in an attempt to reconcile the Netherlands with the King of Spain, so that the latter harmful war would cease and peace was made between the two warring parties.

However, the Republic of the Seven United Netherlands distrusted the offers of the King of Spain and thanked the Emperor for his good will, but refused to enter into negotiations because they were convinced that the offers of the King of Spain were not serious because he often had proclaimed that you do not have to keep your word against 'heretics and disobedient subjects'.

Out of devotion and gratitude to the emperor, they presented Baron van Reydt with a gold chain worth 1,800 guilders and authorized the treasurer to pay all costs incurred by the Baron for his journey.