• Munten & Penningen

Historisch overzicht

Koningin Juliana 1948-1980

Het handboek van de Nederlandse munten van 1795 - 2001

Terug naar de pagina 'historische overzichten'...

Koningin Juliana

Koningin Juliana werd na 3 miskramen als enig kind geboren op 30 april 1909 op paleis Noordeinde in Den Haag uit het huwelijk van koningin Wilhelmina en prins Hendrik. Zij trouwde op 7 januari 1937 met Bernhard, prins van Lippe-Biesterfeld en kregen samen vier dochters: Beatrix (1938), Irene (1939), Margriet (1943) en Christina (Marijke) (1947). Na de Duitse invasie vertrok zij op 12 mei 1940 naar Canada keerde op 3 mei 1945 weer terug naar Nederland.

Van 14 oktober tot 1 december 1947 en van 12 mei tot 30 augustus 1948 werd zij bij de wet tot regentes benoemd en op 6 september 1948 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam als koningin ingehuldigd nadat op 4 september 1948 Wilhelmina ten behoeve van haar troonsafstand had gedaan. Op 30 april 1980 deed zij zelf afstand van de troon ten behoeve van haar dochter Beatrix.

De eerste munten met de beeltenis van Koningin Juliana dateren van 1950 en een ontwerp van 1949. Ze kijkt naar rechts, een voortzetting van de traditie dat de kijkrichting verandert bij de wisseling van een vorst. Nadat de nieuwe munten van koningin Wilhelmina met het jaartal 1948 in omloop gebracht waren zijn alle oude munten langzamerhand ingetrokken en buiten omloop gesteld op:

1 oktober 1948: ½ Gulden zilver, 2½ Cent brons en zink en ½ Cent brons

15 augustus 1950: 25 Cent zilver en zink, 5 Cent nikkel en zink

15 september 1952: 1 Cent zink

11 september 1953: 10 Cent zink en 1 Cent brons

22 februari 1955: 1 Gulden zilver

15 oktober 1958: 2½ Gulden zilver

19 januari 1960: 10 Cent zilver

Van de inlevering is op tamelijk ruime schaal gebruik gemaakt, alleen de bronzen centen en vooral de ½ centen zijn achtergehouden.

Ingeleverd % / niet ingeleverd aantal op 1.1.1961:

2½ Gulden ± 98.3% / 71.400 stuks

1 Gulden ± 98.8% / 1.256.285 stuks

½ Gulden ± 91.3% / 1.589.864 stuks

25 Cent ± 80.9% / 25.815.316 stuks

10 Cent ± 57.9% / 133.809.140 stuks

5 Cent ± 80.2% / 11.062.280 stuks

2½ Cent ± 74.8% / 24.082.480 stuks

1 Cent ± 47.4% / 298.477.100 stuks

½ Cent ± 11.0% / 128.658.800 stuks

Van de niet ingeleverde stukken zijn natuurlijk ook vele verloren gegaan, versmolten, uitgevoerd enz. terwijl in Suriname de Nederlandse munten, geslagen volgens de Muntwet 1901, wettig betaalmiddel zijn gebleven. Als gevolg van de op 21 september 1949 afgekondigde devaluatie van de Nederlandse gulden kwam de koersverhouding ten opzichte van de Surinaamse gulden te liggen op 2 : 1. Er bestaan daar nog Centen enz. van het oude grote Nederlandse type met jaartallen na 1945. Vanaf 1962 is voor Suriname een nieuw type munt geslagen. In 1975 verkreeg Suriname de onafhankelijkheid zodat daarmede de Nederlandse muntslag eindigde.
Voor Curaçao en de Nederlandse Antillen zijn munten geslagen met eigen opschriften.
Op Nieuw Guinea waren de nieuwe Nederlandse munten in omloop. Er was daar dus geen eigen metalen geld.