5 Cent 1908 – LSch.829 (913)


Voorzijde:

Koninklijke kroon tussen twee eikentakken. Banderol met NEDERLAND, daaronder het jaartal

Keerzijde:

Binnen een krans van twee samengebonden oranjetakken de waardeaanduiding 5 / CENTS

Bijzonderheid:

Ingevoerd bij de Wet van 31 december 1906, Stbl. 376.

Dit zijn dus geen nikkelen maar cupro–nikkelen munten: zij bevatten 25% nikkel en 75% koper en zijn niet magnetisch.

Variant:

LSch.829a (-): Proefslag in brons. Collectie NNC. R4

LSch.829b (-): Proefslag in lood 4,33 g. Collectie Coenen. R4

Vorige Volgende
Navigeer het tab menu voor meer informatie ↓

Het ronde stuivertje 1907, 1908 en 1909 heeft geen lang leven gehad. De problemen begonnen in eerste instantie al bij de productie doordat men weinig ervaring had met het slaan van nikkelen / cupro-nikkelen munten.

Na de uiteindelijke uitgifte waren deze stuivers ook niet geliefd bij het publiek omdat deze regelmatig verwisseld werden met een kwartje. Zeker ook omdat de buitenverlichting in die tijd te wensen overliet. Dit stuivertje kreeg dan ook de bijnaam 'avondkwartje'.

Daarbij kwam nog de bijkomstigheid dat het materiaal zorgde voor zwarte vingers. Dit verdween wel bij het gebruik maar de ambtenaren die de nieuwe aangeleverde zakken moesten verwerken waren er niet blij mee....

Deze ronde stuiver was inwisselbaar tot 1 juli 1916.