Hoofd naar links, op de halsafsnede inwaarts de naam van de graveur afgekort tot VDK. Omschrift: WILLEM II KONING – DER NED . G . H .V . L .
Gekroond Nederlands wapen tussen waardeaanduiding 1 – G, het jaartal boven de kroon tussen twee punten. Omschrift: MUNT VAN HET KONINGRYK DER NEDERLANDEN
Onder het wapen de waarde als 100 C.
Van de Gulden - en ook van de Rijksdaalder - bestaan niet-centrisch geslagen stukken van iets afwijkende tekening op oude afgeslepen provinciale munten, wellicht om de stempels te proberen en een nieuw randschrift te testen.
Deze plaatjes zijn voorzien van het randschrift: ★ <> GOD ★ <> ZY ★ <> MET ★ <> ONS · dus met toegevoegde (liggende) ruitjes tussen de woorden. Soms is een gedeelte van de weggeslepen kabelrand nog zichtbaar. Zie hiervoor ook onder de Rijksdaalder LSch.394.
LSch: | 406 |
Sch: | (528) |
Type: | Type II B |
Materiaal: | zilver |
Gehalte: | 945/1000 |
Streefgewicht: | 10 g |
Diameter: | 28 mm |
Rand: | ★ GOD ★ ZY ★ MET ★ ONS · |
Muntteken: | mercuriusstaf |
Muntmeesterteken: | zwaard |
Medailleur: | D. van der Kellen jr |
Slagaantal: | n.b. |
Zeldzaamheid: | R4 |
1 Gulden, algemene omschrijving
Zilvergehalte: netto/bruto gewicht 9.450 / 10.000 g
Voorzijde:
Hoofd naar links, op de halsafsnede inwaarts de naam van de graveur afgekort tot VDK. Omschrift: WILLEM II KONING – DER NED . G . H .V . L .
Voorzijde:
Gekroond Nederlands wapen tussen waardeaanduiding 1 – G, het jaartal boven de kroon tussen twee punten. Omschrift: MUNT VAN HET KONINGRYK DER NEDERLANDEN
Onder het wapen de waarde als 100 C.
Rand:
★ GOD ★ ZY ★ MET ★ ONS ·
Muntteken mercuriusstaf
Muntmeesterteken lelie, zwaard
Medailleur D. van der Kellen jr.
mmt. lelie. Hoofd met korte hals
mmt. lelie. Hoofd met lange hals
mmt. zwaard
De juiste slagaantallen van deze rijksdaalders en van de guldens is moeilijk vast te stellen, daar de muntverslagen per kalenderjaar lopen zonder rekening te houden met het op de munt zelf vermelde jaartal. Voor de herberekening van de aantallen is tevens gebruik gemaakt van de studie van dhr. J. Evers, prijslijst N.M.B. jan. 1983.
Proef voor het nieuwe randschrift op een blanco, afgeslepen zilveren muntplaatje ter grootte van een gulden. Gedeeltelijk is de oude kartelrand nog zichbaar. coll. WHC. R4
Vroeger werd dit plaatje ook wel toegeschreven aan een gulden van Willem III. Het stuk komt echter al voor in de veilingcatalogus van de verzameling Verkade op 26 febr. 1849, nr. 1788 maar zonder de vermelding van de ruitjes. Wellicht is dit over het hoofd gezien? Later werd het toegeschreven aan Willem I. De ruitjes in het randschrift zijn echter identiek aan de randen van de proeven op oude afgeslepen provinciale munten, zie ook onder Rijksdaalders. Op grond hiervan meen ik het thans te kunnen plaatsen onder Willem II.