Hoofd naar links, op de halsafsnede de naam van de graveur SCHOUBERG inwaarts. Omschrift: WILLEM II KONING – DER NED . G . H . V . L .
Binnen twee samengebonden eikentakken: 5 / CENTS / 1848
LSch.416a (537a): Afslag in goud. Collectie Coenen. R4
LSch.416b (-): Afslag in goud, het laatste cijfer van het jaartal nog niet ingevuld en met gladde rand. R5
LSch.416c (537b): Piedfort op dubbele zwaarte, Collectie 's Rijksmuseum (cat. Stephanik). R5
LSch.416d (-): Afslag in koper met gladde rand. Collectie Coenen. R4
LSch: | 416 |
Sch: | (537) |
Jaartal: | 1848 |
Materiaal: | zilver |
Gehalte: | 640/1000 |
Streefgewicht: | 0.685 g |
Diameter: | 12.5 mm |
Rand: | Kartelrand |
Muntteken: | mercuriusstaf |
Muntmeesterteken: | zwaard |
Medailleur: | J.P. Schouberg |
Slagaantal: | 330 stuks |
Zeldzaamheid: | R2 |
5 Cent of Stuiver, algemene omschrijving
Zilvergehalte: netto/bruto gewicht 0.438 / 0.685 g
De stempel voor deze stuiver kwam niet gereed voor de dood van de koning. Zodoende heeft de eigenlijke muntslag niet plaats gehad. Pas in 1849 onder koning Willem III werden er ca. 100 exemplaren geslagen, terwijl enige maanden later, mogelijk al 1850, nog eens ± 230 stuks vervaardigd zijn.