AR Dukaat 1814 AV - LSch.249 (236)


Voorzijde:

Staande ridder met zwaard naar rechts gewend en aan een lint het gekroonde wapen van de provincie Utrecht met het stedelijk wapen als hartschild. Omschrift: MO . NO . ARG . PRO . CONFΠ. BELG . TRAI .

Keerzijde:

Gekroond wapen met Nederlands generaliteits leeuw en met verticale lijnen in de achtergrond zonder blokken, tussen jaartal, het muntteken boven de kroon. Omschrift: CONCORDIA RES PARVÆ CRESCUNT.

Bijzonderheid:

Proefslag in goud. Afkomstig uit de veiling Th. Bom 17-8-1890 (coll. Rijnbende), kavel 2198. Gewicht 34,733 g.
Vermoedelijk uniek.

Het veld van het wapenschild op de keerzijde is - in tegenstelling tot alle volgende munten - verticaal gestreept i.p.v. horizontaal

Varianten:

LSch.249a (238): Eenzijdige tinnen proefslag van de voorzijde. Gewicht 30.96 g., ø 42.9 mm. R4. Collectie NNC.

LSch.249b (238): Eenzijdige tinnen proefslag van de keerzijde. Gewicht 48.55 g., ø 52.3 mm. R4. Collectie NNC.

Volgende
Navigeer het tab menu voor meer informatie ↓

LSch:
249
Sch:
(236)
Jaartal:
1814
Materiaal:
Goud
Diameter:
38,5 mm
Rand:
Kabelrand
Muntteken:
stadsschild van Utrecht
Muntmeesterteken:
geen
Medailleur:
D. van der Kellen sr.
Zeldzaamheid:
R5
Collectie:
NNC

Deze met zeer fraai verzorgde stempels, volgens Besluit van 19 januari 1814 geslagen munten werden speciaal vervaardigd voor de handel op de Oostzee-landen, waar zij Albertustalers genoemd werden. De beeldenaar is in navolging van het oude, daar bekende, provinciale type om de acceptatie gemakkelijker te doen verlopen en vormt de afsluiting van een lange reeks van zilveren dukaten, welke geslagen zijn sinds 1659.

Opmerkelijk is om te zien dat het wapenschild op de keerzijde nog uit de napoleontische tijd gebruikt is! De achtergrond van de leeuw is namelijk verticaal gestreept (heraldisch gezien rode kleur!) terwijl het Rijkswapen een horizontaal gestreepte achtergrond heeft (heraldisch gezien blauwe kleur)