LSch: | 735 |
Sch: | 845 |
Jaartal: | 1930 |
Type: | Type IV |
Materiaal: | Zilver |
Gehalte: | 720/1000 |
Streefgewicht: | 5 g |
Diameter: | 22 mm |
Rand: | kartelrand |
Muntteken: | mercuriusstaf |
Muntmeesterteken: | zeepaard |
Medailleur: | J.C. Wienecke |
Slagaantal: | 14.000.000 |
½ Gulden, algemene omschrijving
Zilvergehalte 945/1000; netto/bruto gewicht 4,725 / 5,000 g
Van het Type I -hangend haar- zijn geen halve guldens vervaardigd
Type II A: Kroningstype. Mmt. hellebaard
Type II B: Kroningstype. Mmt. hellebaard als type II A maar op kz. zonder de waardeaanduiding onder het wapenschild en met een grovere kartelrand
Type II C: Kroningstype als type II B maar met mmt. hellebaard met ster
Type III: Hermelijnen mantel.
Een interessant artikel over het ontstaan van de beeldenaar met de Hermelijnen mantel kunt u lezen in het JMP 1987: Een vorstin in Hermelijn door Ir. F. Sevenhuijsen / Ir. J.A. Sevenhuijsen
Type IV: Ouder hoofd. Het zilvergehalte is verlaagd tot 720/1000